Voor incidenteel onderhoud wordt de ketelinstallatie enige tijd uitgezet. Bij het opnieuw in bedrijf nemen van een ketelinstallatie gaat de temperatuur van de vuurhaard naar ca. 900 graden toe. Bij deze hoge temperatuur verbranden de biogrondstoffen geheel, dus zonder bijkomende geur of rook. Dit noemen wij ook wel een volledige verbranding. Dit is de reguliere warmteproductie-situatie. Omwonenden merken niets van de installatie, los van mogelijke waterdamp, waarneembaar uit de schoorsteen.
Tijdens het incidenteel opnieuw opstarten zal de temperatuur in de ketel korte tijd lager zijn. Dat is het moment dat je de verbranding kunt waarnemen, door de geur en enige rook. Het ruikt dan als een woning-openhaard zoals je die kunt ruiken wanneer je buiten in een woonwijk loopt. Nabijgelegen woningen en bedrijven kunnen hiervan tijdelijk enige overlast ondervinden; dit duurt meestal niet langer dan een uur en is voor verderop gelegen woningen niet merkbaar. Gepland onderhoud wordt vooraf aangekondigd via www.warmtebedrijfede.nl/storing-en-werkzaamheden