Veelgestelde vragen
De bio-energie installaties in Ede bestaan grofweg voor de ene helft uit filters, en voor de andere helft uit warmte-terugwin-installaties. Dit laatste zorgt ervoor dat er geen warmte verspild wordt en dat het totale rendement van deze installaties tot de hoogste per wereld behoort. De filters in de fabriek zorgen ervoor dat de uitstoot binnen de strenge Nederlandse normen valt en dat er bijvoorbeeld geen roet vrijkomt.
Slim vraaggestuurd
Voor de piekvraag in de ochtend en avond dienen de buffervaten aan de voorzijde van de bio-energie installaties. Wanneer Edenaren in de ochtend en avond de verwarming aanzetten en willen douchen, bevatten deze vaten voldoende warm water om de piekvraag te kunnen opvangen. Het stookvermogen wordt in de zomer vanzelfsprekend aangepast op de verminderde warmtevraag vanui het slimme groene warmtenet in Ede. De ketels in de installatie functioneren onafhankelijk van elkaar en worden in zomer ten dele uitgezet. Dit laatste is uniek, het betreft een omgekeerde sturing door het slimme warmtenet, waarbij dus de vraag stuurt in plaats van een continu regulier aanbod. Deze efficientie maakt de warmtelevering nog duurzamer.
Ook beoordelen afd. Luchtkwaliteit en de Omgevingsdienst de emissie-uitstoot van de installaties aan de hand van de wettelijke normen.
Naast bovenstaande jaarlijkse controles voeren toezichthouders van de Omgevingsdienst ook steekproefsgewijs controles uit naar de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde biogrondstoffen.
Tot slot kan het zijn dat aanvullende controles worden uitgevoerd wanneer er sprake is van meldingen of klachten uit de directe omgeving of wanneer er sprake is van ‘ongewone voorvallen’ zoals een storing in de installatie. In dergelijke gevallen is het bedrijf verplicht dat te melden bij de Omgevingsdienst die vervolgens beoordeelt of de mate van onderhoud en de genomen maatregelen van voldoende niveau zijn.
Algemeen geldt:
Witte pluim
Wat uit de schoorsteen komt is voor het grootste gedeelte waterdamp, afkomstig uit de houtsnippers die tot 50% water kunnen bevatten. Dit veroorzaakt de witte pluim, die in sommige weersomstandigheden duidelijker (bij koude) of donkerder (lichtval) kan lijken, maar bestaat uit water.
CO₂
Daarnaast komt er ook CO₂ vrij, afkomstig uit de houtsnippers. De uitstoot van CO₂ is gelijk aan de opname ervan, waardoor deze direct weer wordt opgenomen in de korte-koolstof-kringloop, hetgeen biogrondstoffen tot een CO₂-neutrale brandstof maakt.
Voor open haarden en kleine verbrandingsketels (thuisgebruik) zijn geen normen opgesteld in Nederland, maar voor installaties zoals bij Bio-Energie de Vallei, moet voldaan worden aan de Nederlandse emissie-eisen. Deze emissie-eisen behoren tot de strengste van de wereld. Er is door Bio-Energie de Vallei geïnvesteerd in filterinstallaties; hetgeen resulteert in een emissie die voornamelijk bestaat uit waterdamp en CO₂.
Stikstof
Een kleine emissie van NOx vindt eveneens plaats (net als bij aardgas), hiervoor gelden aanvullende eisen en zijn de benodigde maatregelen getroffen. De hoeveelheid uitgestoten stikstof wordt door een onafhankelijk geaccrediteerd meetbureau regelmatig gemeten, zoals wettelijk verplicht is. Hierop controleert de Omgevingdienst of we binnen de norm vallen. Hier vallen we (ruim) binnen.
Fijnstof
Door de aanwezige filters wordt de uitstoot van fijnstof dusdanig beperkt dat deze per verbrandingsunit gelijkstaat aan de uitstoot van ca. 3 reguliere woning-openhaarden bij gemiddeld jaarlijks gebruik. Een duurzame energie installatie bestaat elk uit 2 onafhankelijk functionerende verbrandingsunits; hetgeen dus gelijkstaat aan 6 openhaarden. Let wel; met één duurzame energie installatie worden dan niet slechts 6 woningen (i.g.v. een open haard) verwarmd, maar ca. 7000 woningen (rekeneenheid; woning-equivalenten) duurzaam en aardgasvrij verwarmd. ‘Stof’ (waarbinnen fijnstof valt) wordt ook gemeten in de wettelijk verplichte metingen; ook hier scoren de installaties in Ede (ruim) onder de norm.
085 – 07 12 600
Wij vinden het belangrijk dat u wij uw melding altijd kunnen aannemen, dus u krijgt 24/7 een medewerker aan de lijn die uw melding of klacht aanneemt.
Op dat moment gaan wij na waar de oorzaak van uw melding of klacht ligt. Afhankelijk van de urgentie van uw klacht, nemen wij binnen of buiten kantooruren weer contact met u op. Dan informeren wij u nader over de oorzaak. Waar mogelijk bieden wij op dat moment ook de oplossing voor uw klacht of melding, of de mogelijke verdere opvolging daarvan.
Ook als u bezorgd bent, gaan wij graag met u in gesprek!
Nb. U kunt u klacht ook indienen via de Provincie, (https://milieuklacht.gelderland.nl/Melding/Doen). Uw klacht komt dan niet bij Warmtebedrijf Ede terecht en wij kunnen u dan niet een directe oplossingsrichting aanbieden.
Dus geef uw melding sowieso aan ons door op 085 – 07 12 600 of via klantenservice@warmtebedrijfede.nl
Tijdens het incidenteel opnieuw opstarten zal de temperatuur in de ketel korte tijd lager zijn. Dat is het moment dat je de verbranding mogelijk kunt waarnemen, afhankelijk van de weersomstandigheden. Het ruikt dan als een woning-openhaard zoals je die kunt ruiken wanneer je buiten in een woonwijk loopt. Nabijgelegen woningen en bedrijven kunnen hiervan tijdelijk enige overlast ondervinden; dit duurt meestal niet langer dan een uur en is afhankelijk van weersomstandigheden.
De provincie Gelderland en gemeente Ede maken het mogelijk te kunnen investeren in het zuiveren van de lucht. Op dit moment voldoen de installaties ruim aan alle huidige en toekomstig verwachte eisen / emissienormen, maar technisch is het mogelijk om meer te doen. Deze 'bovenwettelijke maatregelen' willen we graag uitvoeren om zo de luchtkwaliteit dermate te verbeteren dat we onze installaties gaan gebruiken om de lucht in Ede te zuiveren ten opzichte van de situatie van woningen op aardgas. Door aan te sluiten op het warmtenet zorgen klanten dan in feite voor een verbetering van de lokale luchtkwaliteit. Met deze investering willen we gaan behoren tot de absolute top van duurzaamste en schoonste installaties. Lees meer: https://bio-energiedevallei.nl/2022/03/provinciale-steun-voor-verduurzaming-bio-energie-installaties-ede/
Ook nu, tot de volgende stap gezet is, blijven wij onder de wettelijke normen voor SO2, NOx en stof. Hierbij komt nog dat er buiten het stookseizoek om, installaties uitgezet worden. Warmtebedrijf Ede produceert haar groene warmte namelijk vraaggericht. Als het buiten warmer wordt, is er (veel) minder warmtevraag. Om die reden worden onze installaties onafhankelijk van elkaar uitgezet, waarbij ze dan geen uitstoot veroorzaken.
In het incidentele geval dat de ketelinstallatie, bijvoorbeeld bij onderhoudswerkzaamheden, wordt uitgezet of opgestart, is het mogelijk dat u voor korte tijd een openhaardgeur waarneemt. Of u hiervan op dat moment als direct omwonende daadwerkelijk tijdelijke overlast ervaart, is afhankelijk van windrichting, windsterkte, (bijv. valwind) en de luchtvochtigheid. Op deze momenten zijn onze filterinstallaties gewoon in werking. Het is de installatie daarom volgens de vergunning ook wettelijk toegestaan een bepaalde hoeveelheid uren merkbaar te zijn voor de omgeving in termen van het waarnemen van geur.
Bij een vermoeden van geuroverlast door de Edese bio-energie installaties, geef uw melding door op 085 – 07 12 600 (24/7 bereikbaar).
Op het moment dat wij uw melding binnenkrijgen wordt er in de bio-energie installaties nagegaan of er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals opnieuw opstarten of stoppen, omdat u tijdens de normale warmteproductie (>90% van de tijd) de installatie niet hoort te ruiken. Los daarvan is het de installatie volgens de vergunning toegestaan (bijvoorbeeld bij incidenteel stoppen of opstarten) een bepaald aantal uur waarneembaar te zijn voor de omgeving in termen van geur. Tijdens kantoortijden krijgt u terugkoppeling op uw melding.
Sinds eind 2019 zijn de drie installaties door middel van het warmtenet aan elkaar verbonden. Mocht er een ketel uitvallen, dan kunnen de installaties elkaar nu duurzaam opvangen en is aardgas als back-up nog amper nodig; Het aandeel aardgas dat benodigd is als back-up op het slimme groene warmtenet in Ede is volgens recente cijfers minder dan 10% op het totaal; dus 90% duurzaam.
Op termijn is het mogelijk om ook dit kleine aandeel aardgas als fossiele back-up, door een volledig duurzame back-up te laten vervangen; zo worden we steeds duurzamer
De Edese energie installaties zijn namelijk voorzien van vuurhaarden met traag bewegende schuine roosters. Hierop drogen de biogrondstoffen vlak voor verbranding. Dit zorgt ervoor dat keteltemperaturen dusdanig hoog blijven dat de verbranding volledig is, en daarmee geurloos en zonder rook.
Waterdamp uit de schoorsteen
Het vrij hoge percentage vocht in de biogrondstoffen die onze installaties kunnen verwerken, verklaart de witte waterdamppluim uit de schoorsteen. (bij koude duidelijker zichtbaar en met tegenlicht optisch donkerder)
Meer dan 50% vocht
Odn/anks controle vooraf kan het onverhoopt eens voorkomen dat er nattere biogrondstoffen (>50%) worden aangeleverd. De keteltemperatuur kan hierdoor tijdelijk dalen, waardoor er sprake kan zijn van enige rook- en geurontwikkeling. Onze systemen registreren dit, en er wordt dan zo snel mogelijk met droge grondstoffen opgemixt. Het filtersysteem dat de uitstoot filtert, is ook op dit soort momenten gewoon in werking. Doorgaans is de keteltemperatuur gauw weer op peil; voldoende hoog voor een reguliere, volledige verbranding. Volledige verbranding betekent automatische geurloze verbranding waarbij geen rook maar waterdamp vrijkomt.
Omdat de uitstoot van fossiele brandstoffen zoals aardgas niet (op afzienbare termijn) in een cyclus wordt opgenomen, geven fossiele brandstoffen met hun CO2-uitstoot een netto toevoeging aan de atmosfeer.
Prof. Junginger, Geosciences, Copernicus Institute of Sustainable Development, Energy & Resources en Biobased Economy van Universiteit Utrecht:
“Als de mens hout verbrandt om energie op te wekken, komt CO₂ ook vrij, maar dat was in de natuur dus ook gebeurd. Wij vermijden hierdoor echter emissie van fossiel CO₂. Daarom is het irrelevant dat er bij het verbranden per eenheid energie iets meer CO₂ vrijkomt dan bij bijvoorbeeld kolen: de emissie van kolen is een netto toevoeging van CO₂ aan de atmosfeer, CO₂ uit biomassa niet”.
We willen namelijk verdere klimaatverandering tegengaan en de temperatuurstijging op aarde met maximaal 1,5 graden beperken – zie ook het Klimaatakkoord van Parijs 2015. Om die reden zijn fossiele brandstoffen geen optie.
Deze 'bovenwettelijke maatregelen' willen we graag uitvoeren om zo de luchtkwaliteit dermate te verbeteren dat we onze installaties gaan gebruiken om de lucht in Ede te zuiveren ten opzichte van de situatie van woningen op aardgas. Door aan te sluiten op het warmtenet zorgen klanten dan in feite voor een verbetering van de lokale luchtkwaliteit.
We streven ernaar om hiermee te gaan behoren tot de absolute top van duurzaamste en schoonste installaties.
"De centrales beschikken elk over 2 stookinstallaties, met één schoorsteen per installatie (dus 2 schoorstenen per centrale). Daardoor gelden per installatie de uitstootnormen voor installaties van 5MW en minder. Tot nu toe zien wij geen mogelijkheid toepassing te geven aan artikel 3.7, lid 6, b Activiteitenbesluit 6. Op grond van dit artikel hebben wij, onder voorwaarden, de bevoegdheid te zeggen:
“Ondanks dat er 2 schoorstenen zijn gaan wij voor de centrales aan zowel de Geerweg als die aan de Knuttelweg uit van één schoorsteen. Zorg er dus voor dat je voldoet aan de strengere uitstootnormen voor grotere installaties.”
"Wij zien geen grond om gebruik te maken van de bevoegdheid om via een maatwerkvoorschrift te bepalen dat de gemeente uitgaat van 1 schoorsteen. De achtergrond van deze bevoegdheid is het tegengaan van het ongewenst uitrusten van centrales met meerdere kleinere ketels om op die manier onder de strengere emissie-eisen uit te komen. Dat is hier niet aan de orde".
"De centrales aan de Geerweg en de Knuttelweg hebben elk twee stookketels om efficiënt te kunnen omgaan met een wisselende warmtevraag. Met één grote ketel zou dit niet goed mogelijk zijn, omdat zo’n ketel technisch niet kan draaien op maar een klein deel (<30%) van zijn totale vermogen. Ook nemen de emissies toe als maar een klein deel van het vermogen gebruikt wordt. De ketels aan de Geerweg en de Knuttelweg zijn ook maar een beperkte periode gelijktijdig in werking (ongeveer 30% van de tijd)".
"Hierom is er geen aanleiding en is het ook juridisch niet haalbaar om het zogenoemde 1-schoorsteenprincipe op te leggen".
Dit is succesvol geweest en sindsdien is de inzet van deze tijdelijke heaters niet meer nodig geweest. Binnenkort zullen deze dan ook weer van het terrein verdwijnen.